Visie: Solidariteit in een geïmproviseerd kamp

Voor Visie schreef ik een reportage over de vluchtelingen en vrijwilligers in en rond het tijdelijke tentenkamp in het Maximiliaanpark, in Brussel. Lees hier het volledige artikel:

“Wees niet bang van ons, aljeblieft”

In het Maximiliaanpark in Brussel gaat achter ieder gezicht een intens verhaal schuil. Tussen de hoge torens van blauw spiegelglas leven en slapen honderden mensen in tenten. Een golf van solidariteit veranderde het park in een semiprofessioneel vluchtelingenkamp. Visie sprokkelde verhalen rond het Noordstation.

Mushtak masseert zijn been, maar het helpt niet. ‘Morfine alstublieft, het doet zeer.’ Zijn smekende blik verdwijnt in een grimas van pijn. Zijn been is verbrijzeld, hij is met krukken vanuit Bagdad naar Brussel gekomen. Even later gaat het weer iets beter. ‘De pijn komt met vlagen’, legt hij uit. Het is dinsdagmiddag en hij is nog maar pas aangekomen. Er is dan concreet nog niets bekend over de ontruiming van het park. Hij begint te vertellen over zijn tocht over zee en over land. Zijn verhaal wordt vertaald door een vrijwilliger van Dokters van de Wereld.

DSCF3167

De zorgende hand van een vrijwillige psychologe van Dokters van de Wereld rust op de schouders van Mushtak. – © Kasper Goethals

Hij mankt onder een spandoek door. In fluo oranje letters op zwarte stof staat ‘welcome aboard’. Vier meter verder gaat hij zitten op een van de acht klapstoeltjes onder een grijs zeiltje. Samen vormen ze de geïmproviseerde wachtzaal van het veldhospitaal van Dokters van de Wereld. De grond is bedekt met kartonnen flappen. Het park rondom heeft nog het meeste weg van de weide van een muziekfestival na dagenlange regen. Hier speelt geen muziek op de achtergrond, alleen het getoeter van ongeduldige Brusselse autobestuurders rond het Noordstation.

Beschutting zoeken

Halfweg augustus begon het aantal asielzoekers sterk te stijgen. Tot juli waren er minder dan 3000 asielaanvragen per maand, in augustus waren dat er plots meer dan 4500. Er kwam niet onmiddellijk een antwoord op de vraag om opvang. Mannen, vrouwen en kinderen die geen geld meer hadden voor een hotel na hun lange reis, moesten hun toevlucht zoeken tot de parken en stegen van Brussel. Al snel besloten de vluchtelingen om samen beschutting te zoeken in het Maximiliaanpark tegenover de Dienst Vreemdelingenzaken aan het Noordstation. In de hoop beter beschermd te zijn tegen nachtelijke gevaren van een grootstad.

‘We zagen dat er veel mensen in het park verzameld waren en hebben er onze Medibus neergezet’, vertelt Emmy Deschuttere van Dokters van de Wereld. Al snel stonden dertig mensen voor de bus. ‘Onze bus heeft maar plaats voor één dokter en één verpleger, dus moesten we uitbreiden.’ Er kwamen medische tenten en sanitaire containers.

Tijdelijke oplossing

Hulporganisaties wachtten niet op de regering en trokken een semiprofessioneel vluchtelingenkamp op. Naast de drie ziekenhuistenten van Dokters van de Wereld kwam er een vrijwilligersstand, een advocaat, een schooltje en een grote eettent. Achter de georganiseerde infrastructuur verblijven de vluchtelingen: in de blinkend grijze kampeertenten slapen honderden mensen. Zongebruinde Syriërs en Irakezen sjokken door plassen en Belgische modder. ‘Problemen aan de luchtwegen zijn de meest voorkomende kwaal’, klinkt het bij een arts die al twee weken in het kamp werkt.

Iedereen is het erover eens dat het kamp in het Maximiliaanpark alleen een tijdelijke oplossing kon zijn. Federale en Brusselse politici schuiven de hete aardappel door, maar ondertussen wordt het de volgende maanden alleen maar kouder. ‘Wij willen dat er structurele alternatieven komen. Hier in het kamp zijn de leefomstandigheden niet goed genoeg om het lang vol te houden’, zegt Deschuttere. ‘Het burgerplatform vond 500 gezinnen om de bewoners van het park op te vangen.’

Solidariteitsgolf

In het park gonst het wekenlang van de solidariteit. Sans-papiers vertalen voor nieuwkomers, klasjes uit Brusselse scholen zeulen met paletten en sjorren her en der een tafel, Dokters van de Wereld heeft een wachtlijst voor vrijwilligers en het organiserende burgerplatform moest zelfs giften weigeren omdat ze alles niet op tijd verwerkt kregen.

Aan de stand Bénévoles/Vrijwilligers staat een man van een jaar of vijftig. In het Frans vertelt hij dat hij professor, kunstenaar en kalligraaf is. Hij is net aangekomen, heeft zijn knapzak in een tent gegooid en zich onmiddellijk aangemeld om anderen te helpen. Terwijl hij wacht om te horen wat hij kan doen, toont hij geduldig het ene na het andere kunstwerkje op zijn mobiele telefoon. De volgende dag hangen in het kamp al enkele borden op die hij heeft gemaakt: prachtig gekalligrafeerde Arabische vertalingen van hulpteksten voor de bewoners van het kamp. Organisaties zoals Caritas ondersteunen vluchtelingen in het hele land. Ze hebben aan de lijve ondervonden hoe veel mensen vluchtelingen willen helpen, niet alleen in het park. Nu de winter eraan komt hopen ze dat de solidariteit levend blijft. ‘We hopen dat de vele vrijwilligers die zich aangeboden hebben enthousiast zullen blijven want er wacht nog veel werk’, zegt een persmedewerker.

Kasper Goethals

Ahmed, op de vlucht:
‘Ik spreek mijn ouders alleen nog via de telefoon’

Bxl refugee park-10

Ahmed (16), op de vlucht. – © Johannes De Bruycker

Ahmed wacht al van 6u ‘s ochtends in de rij voor zijn afspraak. Hij krijgt een voogd toegewezen.

Ahmed is nog niet meerderjarig. Hij is met een vriend om zes uur opgestaan om in de rij te gaan staan voor de Dienst Vreemdelingenzaken aan het Maximiliaanpark. Hij is alleen, zonder zijn ouders, van Irak naar België gekomen. hij woonde dicht bij Mosul, een stad in het noorden van Irak die door de terreurgroep Is wordt gecontroleerd. hij is hier nog maar een paar weken en spreekt al een mondje Nederlands. Hij heeft een afspraak om 9u30 om een voogd toegewezen te krijgen.

Ahmed: ‘Mijn ouders stuurden me weg om te vluchten omdat het niet veilig was in de buurt van Mosul. Ik wil hier in België zo snel mogelijk Nederlands leren en naar school gaan. Ik wacht op een voogd. Alleen via de telefoon, via WhatsApp kan ik contact houden met mijn ouders.’

Leila:
‘Ik werd vrijwilliger en schrapte mijn vakantieplannen’

Leila1

Leila (23), vrijwilliger – © Kasper Goethals

Leila komt uit Algerije. In Brussel gaf ze haar verdere vakantieplannen op toen ze op televisie beelden zag van het Maximiliaanpark. ‘Ik moest iets doen.’

Leila kwam van haar thuis in Algerije naar België voor haar vader. Hij heeft kanker. Ze wilde hem bezoeken in het ziekenhuis en vervolgens nog een paar weken door Europa reizen voor ze aan haar tweede Masterjaar Biologie zou beginnen. Ze had afspraken gemaakt met vrienden in Duitsland en Italië, maar dat was buiten haar sociaal rechtvaardigheidsgevoel gerekend. Ze ging aan de slag bij Dokters van de Wereld.

leila: ‘Ik zag een bericht op televisie over de vluchtelingen in het Maximiliaanpark. Al sinds ik klein ben kan ik mijn ogen niet sluiten voor de problemen van anderen. Ik kon me niet meer voorstellen om een toeristische vakantie verder te zetten. De mensen in het kamp zie ik als mijn broeders en zusters. Ik kwam hierheen en bood mijn hulp aan. Ondertussen ben ik al twintig dagen in het kamp. Ik vertaal sessies bij de psycholoog, begeleid vrouwen bij de gynaecoloog en help overal waar mogelijk. Zo voel ik me nuttig en waardevol. Ik blijf nog tot 6 oktober in Brussel om te helpen waar ik kan.’

Ibrahim en Yaser:
‘Wees niet bang van ons, alsjeblieft’

Bxl refugee park-29

Ibrahim (22) en Yaser (22), Syrische studenten – © Johannes De Bruycker

Yaser, Ibrahim en Ahmed (v.l.n.r.), komen uit Aleppo in Syrië en kennen elkaar van de universiteit. Ze waagden hun leven in de lange reis naar Europa en vonden elkaar in Brussel terug. Yasers jongere broer, Ahmed (rechts), kwam pas deze week aan.

Ibrahim (22) en Yaser (22) kennen elkaar van de universiteit van Aleppo. Ze groeiden op in dezelfde stad op en kenden weinig zorgen. ‘We speelden tikkertje op straat’, zegt Ibrahim met een glimlach. Ze maakten hun ouders trots. Ibrahim ging geneeskunde studeren, Yaser economie. Tot de oorlog uitbrak. Nu zijn de straten rond hun huis kapotgebombardeerd, de muren zitten vol kogelgaten. ‘We zagen gevechtsvliegtuigen die de lucht doorkruisen en we hebben mensen zien sterven op straat.’

Ibrahim: ‘We hadden nooit gedacht dat we naar Europa zouden komen. Maar op het einde was het te veel. Wat we als kind vanzelfsprekend vonden, verdween uit ons leven. We wisten niet meer zeker of er drinkbaar water zou zijn. We wisten niet zeker dat de lichtschakelaar nog een nut zou hebben. We wisten niet zeker of er ’s avonds nog genoeg eten op tafel zou staan om met ons gezin te verdelen. We wisten niet zeker of we konden blijven studeren. Onze ouders konden het ons niet beloven. Ze vroegen ons te vluchten naar een veilige toekomst. Ze wisten dat we niet veilig zouden zijn. Ze wisten datwe thuis konden sterven en dat we onderweg konden sterven. Dan is het beter onderweg te sterven, want dan sterven we met hoop.’

Yaser: ‘Wees niet bang van ons, alsjeblieft. Wij zijn gekomen om verder te studeren. We willen graag ons diploma halen en we zijn België dankbaar. We willen niet bedelen om brood en willen niet aangewezen zijn op anderen voor een dak boven ons hoofd. Als God het wil kunnen we zien dat ons leven vooruit gaat. Zoals jongeren in België dat ook willen.’

(met dank aan Izzeldin Allolo voor de vertaling)

Kevin:
‘Problemen aan de luchtwegen zijn meest voorkomende kwaal’

Bxl refugee park-34

Vrijwillige arts, Kevin. – © Johannes De Bruycker

Kevin Peterson werkt al twee weken in het Maximiliaanpark, hij ziet allerlei kwalen voorbij komen. ‘Je kan het je zo gek niet bedenken of je ziet het hier.’

Kevin is arts in het Maximiliaanpark in het geïmproviseerde veldhospitaal van Dokter van de wereld. Hij vertelt dat de patiënten vooral last hebben van klachten aan de luchtwegen, maar er zijn ook allerlei andere kwalen en ziektes die dringende hulp nodig hebben.

kevin: ‘Ik heb al eerder met tolken gewerkt en ik merk aan de lichaamstaal

dat de vertalingen van de tolken correct zijn. Ik kom de medische tent eigenlijk niet uit, dus ik weet niet hoeveel mensen er überhaupt in het kamp verblijven. Klachten aan de luchtwegen zijn al vanaf het begin de voornaamste zorg, maar er zijn talloze andere aandoeningen die onze aandacht vragen.’