De Morgen: Doodvriezen of in de vergeetput

Koning winter houdt stevig huis in Oost-Europa. En dat treft vooral de vluchtelingen. In Bulgarije, Servië en Griekenland sterven ze in de sneeuw. Als ze gevat worden, worden ze vergeten in bevroren kampen, zoals het Bulgaarse Harmanli.

Kasper Goethals & Olivia Kortas

sneeuw stuift rond de zwoegende lijven van twee Koerdische mannen. Talaat Abdulhamid (36) en Hardi Ghafour (29) zijn gevlucht uit de stad Erbil in het noorden van Irak, op weg naar West-Europa, maar ze komen terecht in een Bulgaarse sneeuwstorm. Hun bevroren broekspijpen trekken een spoor door het metersdikke witte tapijt tussen de sparren. Ze kunnen geen pauze nemen, de Bulgaarse grenspolitie zit hen op de hielen.

Maar het is te koud, hun ledematen vertragen. Het wordt steeds moeilijker om een voet te verzetten. Na 48 uur haakt Hardi af, hij zakt ineen. Zijn vriend Talaat gaat naast hem zitten. Ze bevriezen en sterven ter plaatse, op 6 kilometer van het nabije dorpje Izvor, in het Strandzha-natuurreservaat aan de Bulgaarse grens met Turkije.

Vorige week werden ze gevonden door de politie. De burgemeester van Izvor zegt dat ze er duidelijk al meer dan tien dagen lagen. Hun lichamen waren half ondergesneeuwd. Talaat en Hardi zijn niet de eerste migranten die deze week gevonden werden in Bulgarije. Op nieuwjaarsdag stierf een Somalische vrouw, haar vrienden werden opgenomen met bevroren ledematen.

Read on here, on the website of De Morgen