De dode dromen van Chavez

President Hugo Chávez wilde dat Venezuela een modern paradijs werd. Nu zijn vooral de ruïnes van die ambitie zichtbaar. In maart 2013 erfde Nicolás Maduro het presidentschap van Chávez. Sindsdien lijkt het land uit elkaar te vallen.

Het is een bloedhete namiddag in januari en de airco van het uitgestorven winkelcentrum in Caracas werkt niet goed. Oud-generaal Cliver Alcalá wacht op de tweede verdieping, in de schaduw van een zuil. ‘Daar naar binnen’, zegt hij, wijzend op een onopvallende souvenirwinkel. Verscholen achter een rek met sleutelhangers en vergeelde postkaarten staat een tafel waaraan we koffie kunnen drinken. ‘Sorry voor het ongemak, maar de regering heeft overal spionnen. Hier kunnen we vrij praten.’ De 56-jarige Alcalá met zijn blinkend kaalgeschoren hoofd en strenge wenkbrauwen, is een bekend gezicht in Venezuela. Hij was tien jaar lang opperbevelhebber van het leger onder Chávez en een van de machtigste mannen van het land. Maar na Chávez’ dood werd hij snel opzij geschoven door diens opvolger Nicolás Maduro. ‘De nieuwe president zei tegen andere generaals dat ik een probleem zou worden. Hij wist dat ik zijn corruptie niet zou tolereren’, zegt Alcalá. ‘Eerst bood Maduro me het ambassadeurschap in Noorwegen aan. Daarna dat in Portugal. Toen ik bleef weigeren werd ik ontslagen, vier maanden na de dood van Chávez.’

(beeld Johannes De Bruycker)

Lees hier verder