Interview: Theo Francken & Milo Rau
Regisseur Milo Rau kroop eerder in het hoofd van salafisten en oostfronters. Zijn nieuwsgierigheid naar wat er omgaat in het hoofd van een uiterst rechts politicus – ‘Dat is hij toch, niet?’ – dreef hem naar Hellebosch. En Theo Francken wilde wel eens de degens kruisen met een culturo. Francken toonde zich minder rauw dan op Twitter en Rau minder frank dan op scène. ‘Eigenlijk ben jij een softie, Theo.’
Tekst: Filip Rogiers en Kasper Goethals / foto’s Kaat Pype
‘Soms denk ik: blijf thuis’, zegt Milo Rau, die sinds 1 mei NTGent leidt. ‘Waarom vertrek ik altijd weer naar Congo, Brazilië, het Midden-Oosten? Waarom blijf ik niet dichter en veiliger bij vrouw en kinderen?’
Het zijn retorische vragen. Hij is net terug van een voettocht met zijn oudste dochter over drie Alpentoppen. Zo kan het leven ook zijn.
Milo Rau (41) is alles behalve een modale theatermaker. Hij heeft tientallen films en toneelstukken op zijn conto, zette in landen waar iets op het spel staat – zeg maar: levens, vrijheden, geluk – grootse projecten op poten: symbolische tribunalen over mensen en rechten, schade en schande. Een wereldparlement, ook.
‘Rationeel utopisch’, zo omschrijft hij het zelf graag. Hij is niet van plan zich al in de eerste ronde te laten wegzetten als naïeve culturo. Theo Francken (40) zal zich ook niet zomaar laten verslijten voor crypto-fascist.
Rau is socioloog, maakt structuuranalyses, zoekt oplossingen. ‘Ik ben geen filosoof, maar een doener, een onderzoeker. Toegepaste wetenschappen is mijn ding.’ Het volstaat niet om de wereld zoals hij is te reproduceren op de bühne, hij wil hem veranderen. ‘Alleen representeren wat ís, de miserie laten zien, is niet genoeg. Als je van dit alles getuige bent, word je depressief. Maar er is ook zoiets als het optimisme van de wil, van de pragmatiek.’
‘Waarom doe ik het dus? Ik zou in de schouwburg van Keulen repertoirestukken van Henrik Ibsen kunnen brengen. Klaar, een goed leven. Praktisch is dat mogelijk, maar het kan niet écht. Ik zou doodongelukkig worden.’